AstronomieAntwoorden: UniversumFamilieBoom: Melkwegcluster

AstronomieAntwoorden
UniversumFamilieBoom: Melkwegcluster


[AA] [Woordenboek] [Antwoordenboek] [UniversumFamilieBoom] [Wetenschap] [Sterrenhemel] [Planeetstanden] [Reken] [Colofon]

1. Lokale Groep ... 2. Nabije Melkwegclusters ... 3. Nabije Rijke Melkwegclusters ... 4. Bibliografie

\(\def\|{&}\DeclareMathOperator{\D}{\bigtriangleup\!} \DeclareMathOperator{\d}{\text{d}\!}\)

Type
: 
Melkwegclusterwolk
─── 
Melkwegcluster
─── 
Melkwegstelsel
Grootte
: 
23 Mpc
─── 
8 Mpc
─── 
50 kpc
Aarde
: 
Canes-Venatici-wolk
─── 
Lokale Groep
─── 
de Melkweg

Een melkwegcluster is een groep van melkwegstelsels die met elkaar te maken lijken te hebben. De bepaling welke melkwegstelsels bij welke melkwegcluster horen levert meestal dezelfde soorten moeilijkheden als het bepalen welke melkwegclusters bij welke supercluster horen.

Melkwegclusters worden meestal verdeeld in rijke en arme clusters. Rijke clusters hebben veel leden en de melkwegstelsels zijn vaak dichter gezaaid nabij het midden van de cluster, met één of meer hele heldere en grote melkwegstelsels in het midden. Arme clusters hebben weinig leden en tonen vaak geen welbepaald midden met een grotere dichtheid van melkwegstelsels.

1. Lokale Groep

Onze eigen Melkweg is lid van de Lokale Groep, die een arme melkwegcluster is: het bevat slechts twee heldere leden (onze eigen Melkweg en de Andromedanevel - M31) en geen welbepaald centrum. Het is echter goed afgescheiden van alle andere melkwegclusters: er zijn geen melkwegstelsels bekend op afstanden tussen 1,3 en 2,4 Mpc van ons. Alle leden van de Lokale Groep waarvan ik weet staan in de volgende tabel. "naam" is de gebruikelijke naam (waar vaak het sterrenbeeld in zit waarin het melkwegstelsel te zien is), "type" is het type melkwegstelsel, "B" de schijnbare totale B-magnitude, "diam" de diameter, "AM" de afstandmaat, "afst" de afstand tot ons, en "bron" de bron van deze informatie. Getallen tussen haakjes wijzen naar de opmerkingen onder de tabel. Getallen tussen accoladen {} verwijzen naar de bibliografie. APOD betekent dat een "Astronomy Picture of the Day" (Sterrenkundeplaatje van de Dag) van dit object beschikbaar is.

Tabel 1: Lokale Groep van Melkwegstelsels

naam type B diam DM afst bron
kpc kpc
Melkweg Sc 30 {3} 1994
NGC 147 E5 10,6 1 660 {3} 1994
NGC 185 E5 10,3 1 660 {3} 1994
NGC 205 E5 8,9 2 640 {3} 1994 APOD
M 32 (1) E0 9,1 1 660 {3} 1994 APOD
M 31 (1) Sb 4,4 50 24,77±0,11 900 {7} 1997 APOD
M 33 (1) Sc 6,3 8 730 {3} 1994 APOD
NGC 6822 IB(s)m 9,3 2 470 {3} 1994
IC 10 S 11,7 1260 {3} 1994
IC 1613 Im 10,1 1 740 {3} 1994
SMC (1) Irr 2,8 3 50 {3} 1994 APOD
Sculptor dE 9,2 1 65 {3} 1994
Fornax dE 9,1 2 170 {3} 1994
LMC (1) Irr? 0,6 7 18,70±0,10 55 {7} 1997 APOD
Leo A Irr 13,1 1100 {3} 1994
Sextans B Im 12,0 {1} 1975
Sextans C dE 140 {3} 1994
Leo I dE 11,3 0.7 230 {3} 1994 APOD
Sextans A Irr 11,7 1000 {3} 1994
Leo II dE 12,9 0,7 230 {3} 1994
Ursa Maior dE 120 {3} 1994
Ursa Minor dE 67 {3} 1994
Serpens dE {1} 1975
Draco dE 1 67 {3} 1994
Capricornus dE {1} 1975
Pegasus dE 170 {1} 1975
WLM Irr 870 {3} 1994
LGS-3 (Psc) dIrr-dSph 0,7 23,9±0,3 600 {5} 1996
Sagittarius dE 4 24 {6} 1995
Cassiopeia I Irr 14,6 (2) 790 {4} 1996
Dwingeloo 1 SBb-c 14,0 (2)
Dwingeloo 2
Maffei 1
MB 1
MB 2
MB 3
Cam B

Opmerkingen:

  1. M 31 = Andromedanevel, M 33 = Driehoeknevel, SMC = Kleine Magelhaense Wolk (Nubeculum Minor), LMC = Grote Magelhaense Wolk (Nubeculum Maior), M32 = NGC 221.
  2. V-magnitude.

2. Nabije Melkwegclusters

Eigenschappen van nabije melkwegclusters (met als belangrijke leden onze Melkweg, M 31, M 81, NGC 5128, NGC 5236 en M 101) worden in onderstaande table gegeven, die van {8} komt. Alleen melkwegstelsels die door zwaartekracht aan één van de grote melkwegstelsels gebonden lijken te zijn werden meegeteld.

Tabel 2: Nabije Melkwegclusters

groep Melkweg M31 M 81 N5128 N5236 M101
afst/Mpc 0,00 0,77 3,58 3,5 4,2 6,58
log(M1/Mzon) 11,64 11,89 11,58 11,81 11,47 11,66
Rk/kpc 141 85 86 269 91 244
t 0,089 0,032 0,047 0,19 0,058 0,20
N 13 11 15 10 5 7
N* 3 6 4 7 2 7
M1/Mtot 0,92 0,89 0,88 0,74 0,98 0,86
g 15,4 26,3 18,2 19,5 6,6 19,5

De rijen bevatten: afst/Mpc: de gemiddelde afstand van de cluster tot ons, in Mpc; log(M1/Mzon): de decimale logaritme van de massa van het belangrijkste lid (met de grootste massa), in zonsmassa's; Rk/kpc: de gemiddelde afstand (geprojecteerd op de hemelbol) tussen de begeleiders en het belangrijkste lid, in kpc; t: de karakteristieke oversteektijd van de groep vergeleken met de ouderdom van het Heelal (waarvoor een Hubbleconstante van 75 km/s Mpc werd aangenomen); N: het aantal (waarschijnlijke) begeleiders die door zwaartekracht aan het belangrijkste lid gebonden zijn; N*: het aantal begeleiders met een massa van tenminste een miljard zonsmassa's (log M/Mzon > 9), die tot aan tenminste de afstand van M 101 detecteerbaar zouden moeten zijn; M1/Mtot: de fractie van de totale massa van de groep dat in het belangrijkste lid zit; g: een maat voor de typische sterkte van de zwaartekrachtsband tussen de begeleiders en het belangrijkste lid. Hoe groter g is, des te nauwer zijn de melkwegstelsels verbonden. (De g in deze tabel is gelijk aan 10-log g uit de originele publicatie).

3. Nabije Rijke Melkwegclusters

Een telling van rijke melkwegclusters tot aan een visuele magnitude van ongeveer +18 (overeenkomend met een gemiddelde roodverschuiving van ongeveer z = 0,14 of een afstand van ongeveer 550 Mpc) vond 4076 rijke clusters (met elk tenminste 30 leden met magnituden tussen 0 en 2 boven die van het op twee na helderste lid) {2}. De volgende tabel laat die clusters zien die in de telling een roodverschuiving van minder dan z = 0,02 (80 Mpc) hadden, en een paar met een eigennaam. Voor slechts ongeveer een vijfde van de clusters werd een roodverschuiving gegeven. "ACO" geeft het identificatienummer van de cluster in de telling, "afst" de afstand (gebaseerd op de roodverschuiving, in Mpc, en "m10A" de magnitude van de op negen na helderste melkweg in de cluster, gecorrigeerd voor interstellaire extinctie van het licht.

Tabel 3: Nabije Rijke Melkwegclusters

ACO naam afst m10A
194 74 13,9
262 67 13,3
347 78 13,3
426 Perseus 76 12,5 APOD
569 82 13,8
1060 Hydra I 47 12,7
1656 Coma 97 13,5
2065 Corona Borealis 300 15,6
2151 Hercules 154 13,8
3526 46 13,2
3537 69 14,3
3565 46 14,0
3574 58 13,4
3627 60 13,5

4. Bibliografie

  1. "Nearby Groups of Galaxies", G. de Vaucouleurs, Chapter 14 in "Galaxies and the Universe", Editors: Allan Sandage, Mary Sandage, and Jerome Kristian, Volume 9 of "Stars and Stellar Systems", General Editor: Gerard P. Kuiper; University of Chicago Press (Midway Reprint), ISBN 0-226-45970-5 (1975).
  2. "A Catalogue of Rich Clusters of Galaxies." G.O. Abell, H.G. Corwin Jr., R.P. Olowin. Astrophys. J. Suppl. Ser. 70, 1 (1989) [ADS 1989ApJS...70....1A]
  3. "The Cambridge Atlas of Astronomy", 3rd edition, General editors: Jean Adouze, Guy Israël, Cambridge University Press (1994)
  4. "The irregular galaxy Cassiopeia 1 -- a new member of the Local group", N. Tikhonov, Astronomische Nachrichten, vol. 317, no. 3, p. 175 (1996) [ADS 1996AN....317..175T]
  5. "A colour-magnitude diagram of the Pisces dwarf galaxy", Tikhonov, N.; Makarova, L., Astronomische Nachrichten vol. 317, no. 3, p. 179 (1996) [ADS 1996AN....317..179T]
  6. "Sagittarius: the nearest dwarf galaxy", Ibata, Rodrigo A.; Gilmore, Gerard; Irwin, Michael J., Mon. Not. Royal Astron. Soc., vol. 277, p 781 (1995) [ADS 1995MNRAS.277..781I]
  7. "The Cepheid PL Zero-Point from Hipparcos Trigonometrical Parallaxes", M. W. Feast, R. M. Catchpole, Mon. Not. R. Astron. Soc., vol. 286, p L1 (1997) [ADS 1997MNRAS.286L...1F]
  8. "The Local Group in comparison with other nearby groups of galaxies", I. Karachentsev, Astron. Astrophys. 305, 33-41 (1996) [ADS 1996A&A...305...33K].



[AA]

[Boom][Melkwegclusterwolk][Melkwegstelsel]


talen: [en] [nl]

//aa.quae.nl/nl/boom/melkwegcluster.html;
Laatst vernieuwd: 2021-07-19