\(\def\|{&}\DeclareMathOperator{\D}{\bigtriangleup\!} \DeclareMathOperator{\d}{\text{d}\!}\)
Deze bladzijde beantwoordt vragen over astronomen en over astronomie in het algemeen. De vragen zijn:
Een astronoom doet aan astronomie en een astroloog doet aan astrologie. Astronomie is een wetenschap die de dingen buiten de Aarde onderzoekt (zoals planeten en sterren en melkwegstelsels): Wat zijn het en hoe werken ze en waar komen ze vandaan en waar gaan ze naartoe? Astronomie onderzoekt deze dingen op wetenschappelijke manier, met wiskunde en natuurkunde en scheikunde en techniek.
Astrologie is gebaseerd op het oeroude idee dat dingen die op Aarde gebeuren verbonden zijn met dingen die aan de hemel gebeuren. Als dat waar is, en als je kunt voorspellen wat er aan de hemel gaat gebeuren, dan zou je daaruit moeten kunnen voorspellen wat er op Aarde gaat gebeuren. Heel lang geleden dacht men dat de hemel alleen iets zei over goddelijke of tenminste belangrijke mensen op Aarde, zoals koningen, maar later dachten astrologen dat de stand van de planeten ook iets zei over het leven van gewone mensen. Astrologische voorspellingen zijn echter meestal erg vaag en doen het in wetenschappelijke proeven niet beter dan je op grond van toeval kunt verwachten. Er is geen wetenschappelijke basis voor astrologie. Je kunt hierover meer lezen op de Bladzijde over Astrologie.
Als we geen astronomie hadden, dan hadden we waarschijnlijk ook geen andere soorten van wetenschap, en dan zou er veel minder ontwikkeling en ontdekking zijn, dus dan hadden we waarschijnlijk geen moderne technologie zoals electriciteit en telefonen en televisie en auto's en moderne ziekenhuizen.
Astronomie is de studie van alles buiten de Aarde, en van de planeet-aspecten van de Aarde. Kosmologie (of cosmologie) is de studie van het Heelal op grote schaal: Wat is de structuur van het Heelal? Hoe is het ontstaan? Wat is het lot van het Heelal? Hiermee is kosmologie dus een onderdeel van astronomie.
Voor sterrenkundecursussen verwijs ik naar:
Verder kun je in de meeste bibliotheken boeken over sterrenkunde vinden.
Een astronome doet aan astronomie en onderzoekt dus astronomische dingen zoals planeten of sterren of zwarte gaten of melkwegstelsels of het Heelal. Net als voor andere wetenschappen zijn er in de astronomie zoveel verschillende dingen te bestuderen dat een astronome moet kiezen welke soort dingen zij zal onderzoeken. Zo zijn er astronomen die een paar jaar alleen maar het ontstaan van magneetveld op de Zon bestuderen, en andere astronomen die de atmosfeer van Venus onderzoeken, en weer andere astronomen die de beweging van sterren in een bolvormige sterrenhoop bekijken. Dit zijn maar voorbeelden: er zijn honderden andere astronomische onderwerpen.
Een astronome is nieuwsgierig en wil graag alles weten over haar onderwerp: hoe zit het in elkaar, hoe werkt het, waarom werkt het zo, waar kwam het vandaan, en wat zal er mee gebeuren?
Astronomische onderwerpen zijn altijd ver weg in de ruimte, en bijna altijd zo ver weg dat we er niet naar toe kunnen gaan. Daarom moet een astronome het doen met metingen die gedaan worden met telescopen (zoals de radiotelescopen van Westerbork en Dwingeloo) of met kunstmanen (zoals de Nederlandse ANS of de deels Nederlandse IRAS en BeppoSAX-satellieten), of zelfs met telescopen in kunstmanen (zoals de Amerikaanse Hubble-telescoop). Die instrumenten gebruiken vaak slimme truukjes waardoor ze dingen kunnen meten die wij zelf niet kunnen zien, zoals radiostraling of infrarood licht of de sterkte van magneetveld of de snelheid van gaswolken.
De dingen die met goedkope telescopen te zien zijn zijn al vaak onderzocht. Als je nieuwe dingen wilt vinden, of kleinere details wilt zien van al bekende dingen, dan moet je een grote telescoop gebruiken die verschrikkelijk duur is. Van zulke telescopen zijn er vaak maar een paar op de hele wereld (of in de ruimte), dus willen heel veel astronomen die gebruiken. Daarom krijgt een astronome maar af en toe een beetje tijd op zo'n telescoop om er waarnemingen mee te doen.
De meeste tijd zit een astronome dus niet achter een telescoop, maar in haar kantoor bij haar baas (vaak een universiteit) metingen te bestuderen en van verschillende kanten te bekijken, of nieuwe ideeën te verzinnen voor hoe haar onderwerp zou kunnen werken en hoe ze dat zou kunnen testen, of nieuwe instrumenten te bedenken of te bouwen waarmee nog slimmere waarnemingen gedaan kunnen worden. Dat gaat tegenwoordig bijna altijd met computers, dus is het handig als een astronome met een computer om kan gaan en ook zelf computerprogramma's kan schrijven.
Een astronoom wordt meestal aangenomen voor hetzelfde aantal uren per dag als andere gewone banen in hetzelfde land, dus meestal ongeveer 8 uren per dag. Astronomen gaan echter bijna altijd de astronomie in omdat ze heel graag dat soort werk doen, dus meestal werken ze meer uren dan waar hun contract om vraagt.
Astronomie is een erg internationale wetenschap, waarin veel samengewerkt wordt met collega's in andere landen. Er worden ook regelmatig congressen georganiseerd waar astronomen hun laatste ontdekkingen tonen en met elkaar bespreken. Het komt erg vaak voor dat astronomen voor tenminste een paar jaar in het buitenland gaan wonen en werken.
Je hebt de beste kans om een betaalde baan als astronome te krijgen als je gepromoveerd bent in de sterrenkunde of natuurkunde. Daarvoor moet je eerst VWO doen met veel natuurkunde en wiskunde, en daarna sterrenkunde of natuurkunde studeren aan de universiteit, en daarna promoveren in de sterrenkunde of natuurkunde aan een universiteit.
Engels is de voertaal van de internationale astronomie. De belangrijkste vakbladen zijn in het Engels geschreven, en ook op internationale congressen wordt Engels gesproken. Het is daarom een goed idee om op de middelbare school ook goed Engels te leren, als je in de astronomie wilt werken.
In Nederland kun je sterrenkunde studeren in Amsterdam, Groningen, Nijmegen en Leiden. Vroeger kon je ook in Utrecht sterrenkunde studeren, maar in 2012 is het goed bekendstaande Sterrenkundig Instituut na 370 jaar opgeheven en zijn alle Utrechtse astronomen naar andere universiteiten verhuisd.
In België kun je sterrenkunde studeren in (denk ik) Brussel, Gent, Leuven, en Liège. Elk van deze universiteiten geeft waarschijnlijk een vergelijkbare basisopleiding, maar legt de nadruk op verschillende sterrenkundige onderwerpen, afhankelijk van de interesses in de onderzoeksgroepen en van beschikbare toegang tot waarneemapparatuur.
Ik stel me voor dat als je afstudeert in de sterrenkunde (op welke universiteit dan ook) dat je dan een goed begrip hebt van wiskunde en natuurkunde en onderzoeken en computerprogrammeren, en die zouden in veel banen binnen en buiten de universitaire wereld nuttig moeten zijn. Ik ken mensen die wiskunde of natuurkunde studeerden en daarna sterrenkundige banen kregen, en ook mensen die sterrenkunde studeerden en niet-sterrenkundige banen kregen. Ik zelf ben gepromoveerd in de sterrenkunde, werkte een paar jaar als professionele sterrenkundige, en heb nu een baan als computerprogrammeur bij een softwarebedrijf.
Het salaris van een astronoom hangt af van zijn opleiding, ervaring, status en plaats, net als voor andere banen. De meest interessante banen zijn voor astronomen die gepromoveerd zijn aan een universiteit. Je eerste baan nadat je gepromoveerd bent tot doctor (in een toepasselijke studierichting) is meestal een zogenaamde postdocpositie, die meestal 1 tot 3 jaar duurt. Voor een postdocpositie in astronomie in Europa of Noord-Amerika kun je een jaarsalaris van 25.000 - 35.000 euro of Amerikaanse dollars verwachten. Een vaste baan is moeilijker te vinden maar levert wel een hoger salaris. Ik verwacht dat de best betaalde banen in de sterrenkunde die zijn van een professor in de sterrenkunde aan een bekende universiteit, maar ik durf niet eens te gissen hoeveel salaris zo'n baan meebrengt.
Ongeveer 3,5 jaar nadat ik promoveerde kreeg ik een gewone maar vaste baan met een salaris van $50.000 per jaar, maar dat was in een gebied waar het heel duur was om te wonen: Ik betaalde ongeveer $1700 per maand aan huur voor een gewoon appartement, dus was ik 40 % van mijn brutosalatis kwijt aan huur.
In het algemeen wordt wetenschappelijk onderzoek bekostigd door een persoon of organisatie die denkt daar beter van te worden, net zoals alle andere zaken. Die organisatie kan een bedrijf zijn, of een universiteit, of de overheid, of één of meer investeerders.
Professionele wetenschappers zijn per definitie in loondienst (anders worden ze niet professionele wetenschappers genoemd) en doen voor hun baas (een universiteit, de overheid, of een bedrijf) wetenschappelijk onderzoek. Die baas zal ook de extra onderzoekskosten (voor apparatuur en zo) voldoen, mits het onderzoek past bij de wensen van de baas.
Iemand die iets wil onderzoeken dat niet bij zijn werk hoort zal daarvoor zelf financiële steun moeten zoeken. In sommige landen zijn er fondsen (meestal door de overheid ingesteld) waar mensen geld kunnen vragen voor wetenschappelijk onderzoek. Je stuurt zo'n fonds dan een gedetailleerd voorstel voor het onderzoek dat je wilt doen, en het fonds verdeelt geld over de beste van de ontvangen voorstellen die voldoen aan de eisen van het fonds. De meeste fondsen zijn beperkt tot bepaalde vakgebieden of onderwerpen, en het valt niet mee om een voorstel te schrijven dat grote kans van slagen heeft, vooral niet als je niet goed op de hoogte bent van recent onderzoek in hetzelfde vakgebied of als je geen ervaring hebt met wetenschappelijk onderzoek of als je om heel veel geld vraagt.
//aa.quae.nl/nl/antwoorden/astronomen.html;
Laatst vernieuwd: 2021-07-19